Systeemoplossing "natuurdak". Biodiversiteit, veilig voor soorten en beschermend voor de natuur

Dakbegroeiing levert een groot aantal positieve effecten op. Het misschien wel belangrijkste en meest begrijpelijke argument vóór het groendak is de functie die dit heeft als „ecologische compensatie“. Optigrün international AG heeft al meer dan 20 jaar geleden met de eigen „natuurdak“-campagne en de systeemoplossing „natuurdak“ een groendakopbouw voorgesteld die door de biodiversiteit daarvan (grote verscheidenheid aan soorten en structuren) een hogere ecologische waarde laat zien dan frequent toegepaste eenvoudige sedum-daken.

Wetenschappelijke onderzoeken

De groendakopbouw is dankzij de desbetreffende plantenselectie daarvan doorslaggevend voor de aanwezigheid van diersoorten op het dak. In het kader van de dissertatie van Gunter Mann zijn meer dan 120 Optigrün dakbegroeiingen wetenschappelijk onderzocht en dat heeft de volgende resultaten opgeleverd:

  • Extensieve begroeiing in een dunne laag wordt slechts tijdelijk bevolkt door diersoorten die kunnen vliegen en moet elk jaar opnieuw worden „veroverd“. Intensieve begroeiingen vormen jarenlang duurzame leefruimtes voor dieren. Gronddieren die gevoelig zijn voor vorst en voor droogte (bijv. regenwormen) kunnen alleen verscheidene jaren overleven als er geschikte toevluchtsoorden in de vorm van hogere substraatopbouwen zijn.
  • Bij een gestructureerde en afwisselend aangelegde begroeiing zijn de meeste diersoorten te vinden. De ecologisch meest hoogwaardige vorm van begroeiing is een extensieve begroeiing die deels voorzien is van substraatophogingen en een vegetatie van sedumkruiden en struikgewas met kleinere wateroppervlakken, dood hout en grindgebieden. Extensieve en intensieve dakbegroeiingen bieden een broedhabitat aan een groot aantal grondbroedende volgelsoorten.

Toepassing in de praktijk. Systeemoplossing „natuurdak“

De Optigrün systeemoplossing „natuurdak“ dient niet als een star systeem te worden beschouwd, maar als een groendakoplossing die goed ingerichte en afwisselende vormen van dakbegroeiing mogelijk maakt. Door middel van verschillende substraathoogtes en de daarmee gepaard gaande grote verscheidenheid aan planten en door middel van verschillende vormgevingselementen kan een ecologisch hoogwaardige en voor het oog aantrekkelijke dakbegroeiing worden gecreëerd:

  • In afwijking van de basisgroendakopbouw met een totale hoogte van 10 cm kan Optigrün extensief substraat type E over het gehele oppervlak of op gedeelten 5-25 cm worden opgehoogd (van extensief tot eenvoudig intensief). Daarbij kunnen hogere vaste planten en droogte verdragend struikgewas gedijen – en daarbij worden tevens aan gronddieren die gevoelig zijn voor vorst en voor droogte mogelijke toevluchtsoorden geboden waarmee zij duurzaam kunnen overleven.
  • Toepassing van planten heeft plaats volgens een speciale lijst van plantensoorten, bijvoorbeeld volgens de kleur van de bloesem en de bloeiperiode. Voor een dakoppervlak met een uniform lijkende bloemenweide met een groot aantal soorten die van april tot en met oktober kan bloeien, is toepassing van Optigroen zaaigoedmengsel type E aanbevolen. Dit is een sinds vele jaren beproefd zaaigoedmengsel in een goed gebalanceerde samenstelling van 30 soorten kruiden en 9 soorten grassen. Beschikbaar is ook Optigrün zaadgoed type E „inheems“.
  • Beplantingen in velden die bijv. door grind- of splitstroken zijn afgescheiden (plantenbedden, planteneilanden).
  • Grind-, split- en zandgebieden in verschillende vormen en korrelgroottes.
  • Tijdelijke wateroppervlakken als blikvanger en als drinkplek voor insecten en duurzame vijvers die voor vele vogels als drinkplaats dienen en die aan een grotere soortenrijkdom op het dak bijdragen.
  • Boomstronken en dood hout als vormgevingselementen en nestelruimtes voor wilde bijen.

Verwijzingen

  • Systeemoplossing „natuurdak“: www.optigruen.de (webcode: web231)

Literatuur

MANN, G. (1994): Ökologisch-faunistische Aspekte begrünter Dächer in Abhängigkeit vom Schichtaufbau. - Diplomarb. Univ. Tübingen [Ecologisch-faunistische aspecten met betrekking tot van groen voorziene daken afhankelijk van de laagopbouw – masterscriptie]

MANN, G. (1996): Faunistische Untersuchung von drei Dachbegrünungen in Linz. - ÖKO-L 18/3, 3-11 [Faunistisch onderzoek van drie dakbegroeiingen in Linz, Oostenrijk]

MANN, G. (1996): Die Rolle begrünter Dächer in der Stadtökologie. - Biologie in unserer Zeit 5, 292-299 [De rol van begroeide daken in de stadsecologie – Biologie in onze tijd]

MANN, G. (1997): Aus einem Kiesdach wurde ein Naturdach. - Stadt und Grün 4, 235-238 [Over hoe een grinddak werd omgevormd tot een natuurdak – Stad en groen]

MANN, G. (1998): Vorkommen und Bedeutung von Bodentieren (Makrofauna) auf begrünten Dächern in Abhängigkeit von der Vegetationsform. - Dissertation Univ. Tübingen [Aanwezigheid en betekenis van gronddieren (macrofauna) op begroeide daken afhankelijk van de vegetatievorm – dissertatie]

MANN, G. (2001): Mit 50 000 Quadratmeter Gründach ein Stück Natur zurück. - Stadt und Grün 8, 578-582 [Met 50.000 vierkante meter groendak een stuk natuur terug – Stad en groen]

MANN, G., ZELLER, S. (2003): Zur Bewertung begrünter Dächer in Bauleitplanung und Eingriffsregelung. – Dach + Grün 4 [Over de beoordeling van begroeide daken in de bouwcoördinatieplanning en in de inbreukregeling – Dak + groen]

MANN, G. (2005): Vorkommen von Tiere auf begrünten Hochhäusern. – Dach + Grün 3 [Aanwezigheid van dieren op begroeide flatgebouwen – Dak + groen]

Foto 1: Milieu-instituut Karlsruhe (Duitsland) met rijk gestructureerde opbouw. Groendak van het jaar 2013 volgens de Duitse vakvereniging voor dakbegroeiing(Fachvereinigung Bauwerksbegrünung e.V., FBB)
Foto 2: Voorbeeldig: Vijveroppervlak en dood hout als aanvulling op een soortenrijke dakbegroeiing

Afb. 1: Systeemoplossing „natuurdak“. Extensieve begroeiing met vele mogelijkheden tot ecologische opwaardering
Foto 3: Extensieve begroeiing met ophoging. Een van de meest hoogwaardige vormen van dakbegroeiing