27.05.2022

Retentiedaken, lust en last in ontwerp en realisatie?

We moeten wat met water! Je hoort het vaak genoeg de laatste tijd. In steeds meer bestemmingsplannen en omgevingsvergunning is de wateropgave als verplichting opgenomen, om zo elke vierkante meter nieuw verhard oppervlak (gebouw of bestrating) te compenseren. Als voorbeeld: dit moet door bijvoorbeeld van een kavel van 1000 m2 met 1000 m2 nieuw verhard oppervlak te compenseren met 60 mm per m2, dit is dus 60 m3 water dat je niet mag afvoeren van de kavel of naar het riool, maar moet infiltreren of hergebruiken.

Die 60 mm (of vaak ook in liters uitgedrukt) kan worden opgenomen in de daktuin. Vaak denkt men dat dit gebeurt in het substraat, de voedingsbodem. Dat is echter net een spons. Het neemt water op maar je kunt niet bepalen wanneer het weer leeg is. Dit gaat door natuurlijke verdamping en opname door de plant. Toch staat dan in het bestemmingsplan of omgevingsvergunning dat de ‘berging’ na 24, 48 of bijv. 72 uur weer leeg moet zijn voor een volgende piekbui om dan weer die 60 mm water op te kunnen nemen. Dat kun je niet garanderen bij een spons, het substraat. Dus moet er een laag onder het substraat komen die dit wel kan garanderen en dat is dan een zogenaamde retentielaag. Deze laag bestaat uit speciaal voor daken ontworpen boxen (vaak 85 of 170 mm hoog). Deze boxen kunnen het water vasthouden en in bijvoorbeeld 24 uur weer leeg laten lopen. Die moeten we niet  verwarren met een ‘normale’ eierdopjes-drainagelaag bij daktuinen, deze kunnen namelijk niet leeglopen na 24 uur. De retentielaag van 170 mm is in de markt omdat steeds meer gemeentes, afhankelijk van het gebied waarin wordt ontwikkeld, zelfs 120-150 mm in plaats van 60 mm waterberging eisen.

De uitgangspunten voor een zogenaamd Retentiedak zijn eenvoudig:

  • Geen afschot.
  • Hemelwaterafvoeren (HWA) conform NEN 3215 en onderling waterpas
  • Minimale aansluithoogten bij deuren, loodslabben en doorvoeren 200 mm bij een retentiebox van 85 mm of 300 mm bij retentiebox van 170 mm
  • Hoogte inlaat nood overstort minimaal 50 mm boven maximale waterstand in de retentielaag, maar constructeur bepaalt de exacte hoogte uiteindelijk.
  • Dakbedekkingsconstructie compact dak met een bitumineuze dampremmer met foamglas, IKO of c-EPS isolatie en tweelaags verkleefde afwerking met een wortelwerende toplaag. Dit kan bitumen- of EPDM-verkleefd zijn.

Hanteert men bovenstaande basisuitgangspunten dan is een Retentiedak vaak een lust want hiermee voldoe je aan alle eisen en verplichtingen in zowel bestemmingsplan, omgevingsvergunning, duurzaamheidscertificeringen en tegelijk bouw je een mooiere en betere dakbegroeiing, daktuin of SolarRetentiedak (zonnepanelen over de retentielaag)